Dosering en mogelijke bijwerkingen
Er zijn momenteel geen perfect overeengekomen richtlijnen voor de dosering van melatonine die in individuele gevallen moet worden toegediend. Verscheidene klinische studies waren gebaseerd op een doseringsbereik van 0,5 mg of minder tot 25 mg of meer, waardoor het moeilijk is de resultaten te vergelijken. Bovendien werden verschillende formuleringen getest, dus nu melatonine met snelle afgifte, nu melatonine met gecombineerde chronobiologische/gecontroleerde afgifte, en dus kunnen we zelfs voor dit aspect geen betrouwbare vergelijkingen maken. Alle tot dusver verzamelde gegevens bij elkaar genomen, kunnen we echter de volgende doseringen als ideaal beschouwen.
Voor de zogenaamde chronotherapie, gericht op het resetten van de biologische klok, volstaat een snel afgevende formulering met doses van 0,5 mg tot 1 mg. Een toediening tot 3 mg met gecontroleerde afgifte is even doeltreffend gebleken, met name voor de behandeling van stoornissen ten gevolge van ploegendienst of jetlag. Het ideale tijdstip van toediening moet in overeenstemming zijn met de nieuwe tijdzone, in het geval van een jetlag, en met de rustfase, in het geval van ploegenarbeid.
Indien klassieke substitutietherapie nodig is, vooral bij ouderen, verdient dosering in de gecontroleerde-afgifteformulering de voorkeur boven de snelle-afgifteformulering. Het komt erop aan ervoor te zorgen dat ’s nachts gedurende zes of zeven opeenvolgende uren voldoende melatonine in het lichaam vrijkomt. Dit kan worden bereikt met een dosering van 3 mg, die indien nodig gemakkelijk kan worden verhoogd tot 6 mg. Het gunstigste tijdstip voor toediening is ongeveer 30 minuten voor het slapengaan, maar altijd voor middernacht om verstoring van het ritme te voorkomen.
Ondersteunende therapieën, zoals in het geval van een beroerte of hartaanval, zullen zeker een hogere dosering vereisen. In vroege studies werd melatonine met snelle afgifte gebruikt in doses tot 50 mg als eerstehulpmaatregel. De toediening moet onmiddellijk geschieden zodra de aard van de ziekte wordt onderkend, d.w.z. ongeacht het tijdstip van de dag. Zelfs therapieën ter ondersteuning van kankertherapieën impliceren een hogere dosering. Momenteel bestaat er nog onenigheid over het toedienen van melatonine alleen in de avonduren, maar het is wel de meest populaire optie. In het geval van bestraling lijkt een dosis van 15 mg voldoende, mits deze kort voor de bestraling wordt toegediend.
Andere toepassingen, zoals epilepsie, neuroprotectie en/of herstel van het ritme, zijn het meest gebaat bij een avonddosis van 3-6 mg in de slow- of controlled-release formulering. Het is belangrijk op te merken dat kinderen een hogere dosering nodig hebben dan volwassenen.
Hoewel er niet veel studies zijn over de bijwerkingen van melatonine, blijkt uit al deze studies dat het zeer goed samengaat. Onlangs werd een meta-analyse gepubliceerd van verschillende studies die hoofdzakelijk gericht waren op de toediening van doses van meer dan 10 mg, waaruit bleek dat de frequentie en de ernst van de gemelde bijwerkingen identiek waren aan die welke werden gemeld door patiënten die een placebo kregen toegediend. Het meest waarschijnlijke ongewenste neveneffect treedt op bij toediening op de verkeerde tijdstippen. In dat geval zal melatonine het ritme verstoren. Als dit niet gewenst is, kunnen er gezondheidsproblemen ontstaan.